Met inachtneming van het rijks-, provinciaal en regionaal beleid en de daarin geformuleerde doelstellingen en randvoorwaarden blijft Helmond de komende jaren werken aan de integrale ontwikkeling van de stad door middel van een actualisatie van kaderstellende beleidsnota’s, planontwikkeling, plantoetsing en –uitvoering. Kernthema is daarbij een nieuwe, evenwichtige afstemming tussen de vraag naar woningen, bedrijventerreinen, voorzieningen, groen en recreatie tot stand te brengen die rekening houdt met een groot aantal maatschappelijke, economische en demografische lange termijn ontwikkelingen met tegelijkertijd aandacht voor de actuele uitdagingen die de huidige zorgelijke marktsituatie stelt.
Met de koers van de Structuurvisie Helmond 2030 wordt ingespeeld op de veranderde economische en maatschappelijke omstandigheden. Het plan geeft een flexibel perspectief door met een ‘adaptieve’ aanpak de kansen die zich voordoen tegemoet te treden. Dit biedt ruimte voor co-creatie met particuliere initiatiefnemers bedrijfsleven en maatschappelijke instellingen om samen te bewerkstelligen dat Helmond een prettige en aantrekkelijke stad is om te wonen, te werken en te recreëren. De thema’s die in deze Structuurvisie worden uitgewerkt sluiten nauw aan bij de ambities van het huidige collegeprogramma en waar nodig zullen partiële wijzigingen volgen. Voor kwesties als duurzaamheid, kracht van samenwerking, aantrekkelijk woon-en werkklimaat, leefbaarheid zijn in deze structuurvisie de ruimtelijke voorwaarden en programmatische uitgangspunten uitgewerkt voor een langere periode.
Naast deze ruimtelijke koersbepaling blijft het van groot belang om te beschikken over een actueel bestemmingskader om dagelijkse ontwikkelingen en initiatieven adequaat te kunnen beantwoorden. Maar om de actualiteit van de bestemmingsplannen ook in de toekomst op peil te kunnen houden is - middels een jaarlijkse programmering- een continue inspanning noodzakelijk. Hierbij is het van belang dat deze plannen de Ladder Duurzame Verstedelijking volgen (bepaling Bro). Dit vraagt niet alleen om een actuele afstemming van de plancapaciteit op gemeentelijk niveau maar zeker ook op regionaal niveau. Hiervoor wordt op dit schaalniveau momenteel intensief overleg gevoerd die dit jaar naar verwachting zal zijn afgerond.
Omdat een actueel bestemmingsplankader, naast een handhavings-en toetsingsfunctie, ook een strategisch doel heeft, worden daarnaast voortdurend bestemmingsplannen opgesteld om kleinere dan wel grotere initiatieven van particulieren en bedrijven - al of niet samen met de gemeente - mogelijk te maken binnen de regionale en lokale plancapaciteit
De nieuwe Omgevingswet is onlangs door de tweede kamer aangenomen. Het betreft een ingrijpende wetgeving in het gehele ruimtelijk-fysieke domein en heeft tot doel tot een betere afstemming en minder regeldruk in de complexe ruimtelijke ordeningswereld te komen en vooral voor de burger een snellere en inzichtelijke vergunningssituatie op te leveren. Medio 2018 zal deze wet naar verwachting van kracht worden. Inmiddels is gestart met een verkenning van de implicaties van deze nieuwe wetgeving alsook het opzetten van een implementatietraject. Via de G32 participeert Helmond in een projectgroep die deze implementatie begeleidt.
De zorg voor voldoende ruimtelijke plannen om nieuwe ontwikkelingen en herstructureringen te faciliteren wordt door de toenemende complexiteit en financiële afhankelijkheid in steeds sterkere mate een regionale opgave. Deze komt vooral tot uiting in de Regionale Gebiedsvisie voor de Brainportregio. Deze ruimtelijke visie wordt op zijn beurt weer ingebed in het zogenaamde MIRT-traject (Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport) dat met de rijksoverheid is uitgezet om de grote ruimtelijke investeringen (waaronder infrastructuur) voor de lange termijn met de betrokken regio’s in beeld te brengen. Deze worden in de zogenoemde Gebiedsagenda Brabant vastgelegd die een keer per jaar met de Minister wordt besproken. Voor de Brainportregio Eindhoven, het tweede economische cluster van Nederland waarvan ook Helmond deel uitmaakt, is het MIRT-onderzoek voor de zone Brainport Avenue aan de westzijde van Eindhoven (tegenwoordig Brainport City genoemd)- waarin ondermeer de ontsluiting van Airport Eindhoven en de internationale verbindingen van Brainport (spoor, wegen) worden uitgewerkt - ook voor de positie van onze stad van groot belang.
Daarnaast vinden voor de ontwikkeling van de oostkant van de Brainport regio diverse overleggen plaats over de bereikbaarheid, economische ontwikkeling en de woningbouwprogrammering. Met het niet doorgaan van de Ruit Eindhoven-Helmond is het van groot belang om regionaal en met provincie en rijk afspraken te maken over de alternatieven.
De gemeente voert de laatste jaren een terughoudend actief grondbeleid voor het uitvoeren van de ruimtelijke plannen. De uitvoering daarvan is door de economische situatie en de stagnerende vastgoedmarkt onder druk komen te staan. Binnen de contouren van deze marktsituatie worden planeconomische opzetten gemaakt, bewaakt en afgewikkeld, waarbij zoveel mogelijk marktconforme grondprijzen worden gehanteerd. Daarbij wordt ook gebruik gemaakt van de mogelijkheden die de nieuwe grondexploitatiewet biedt en de koppeling met de wetgeving op het terrein van de ruimtelijke ordening.(zie ook de paragraaf Grondbedrijf). Een belangrijk onderdeel van dit actuele grondbeleid is ook het weerstandsvermogen en de beheersing van onvoorzienbare risico’s.
Specifieke ruimtelijke ontwikkelingen:
Naast de grote regionale projecten en de majeure stedelijke vernieuwsopgaven (hoofdstuk 9) staan voor de komende jaren de gewenste uitbreiding van Brandevoort (woningbouw en bedrijventerrein), de uitvoering van de Structuurvisie Stiphout (centrumontwikkeling, verkeersstructuur, woningbouw), de uitbouw van de beide campussen Automotive Campus NL (op Schooten) en het Food Technology Park (in Suytkade) en de invulling van het Havenpark centraal.
Een goed woon- en leefklimaat in de bestaande stad en de beschikbaarheid van een aantrekkelijk natuur en landschap worden steeds belangrijkere vestigingsfactoren. De ambitie van Helmond op dit gebied komt vooral tot uiting in planvorming en -uitwerking voor de Goorloopzone en in het opstellen dan wel uitwerken van diverse (zgn. stad-land-) gebiedsvisies (bv. Groene Peelvallei en Stiphout-Croy). Ook realiseert Helmond op basis van de Kaderrichtlijn water voor 2018 de natte ecologische verbindingszones (Goorloop, Nieuwe Aa, Astense Aa en de Schootense Loop). Recentelijk is daartoe het noordelijk deel van het nieuwe Goorlooppark opgeleverd.
Wonen
Gebaseerd op de nieuwste provinciale prognoses voor de bevolkingsomvang en –samenstelling en de daarvan af te leiden toename van de woningvoorraad, gaat het gemeentebestuur uit van een beheerste groei voor de periode tot 2030 en van een versterking van de centrumpositie van Helmond in de regio. Naar verwachting zal dit leiden tot een bevolkingsomvang van circa 95.000 inwoners omstreeks 2030. In het licht van de weliswaar verbeterde, maar nog steeds onzekere marktomstandigheden staan de kwaliteitsdoelstellingen van deze opgave echter boven de kwantitatieve resultaten.
In de Woonvisie 2012-2020 wordt voor de middellange termijn een verdere uitwerking van het beleid op het gebied van woningbouw gegeven. Voor wat betreft de woningbouwproductie wordt ondanks de moeilijke marktomstandigheden, om strategische redenen vastgehouden aan de in regionaal verband vastgestelde taakstelling van (bruto) 500 woningen per jaar, Deze taakstelling wordt globaal verdeeld in: 150 woningen uitleggebieden (Brandevoort), 150 woningen transformatiegebieden (Suytkade, Groene Loper, Centrum en Heiakker), 150 woningen herstructureringsgebieden (Binnenstad en Helmond-West) en 50 woningen overig.
Eind 2015 / begin 2016 zal de nieuwe Woonvisie 2016 - 2020 ter vaststelling worden aangeboden. Aanleiding voor een nieuwe Woonvisie is de 4-jaarlijkse cyclus en de invoering van de Herziening van de Woningwet. Op basis van de nieuwe visie dienen de woningcorporaties voor 1 juli 2016 aan te geven wat hun bijdrage is in de realisering van de Woonvisie. Voor 1 december 2016 dienen vervolgens nieuwe prestatieafspraken te worden afgesloten.
Met de marktpartijen en woningcorporaties verenigd in de Taskforce Woningbouw wordt periodiek overleg gepleegd over de verdeling/fasering/prioritering van deze woningbouwtaakstelling. In deze begroting wordt de bruto taakstelling van 500 woningen per jaar vertaald naar een meer realistische feitelijke (netto) toevoeging van 300 woningen per jaar.
Rekening houdend met sloop/onttrekkingen is de verwachting dat bij een verder herstel van de woningmarkt de komende jaren de netto woningbouwproductie naar een hoger niveau kan groeien. De huidige signalen van een oplevende woningmarkt zullen naar verwachting in onze contreien echter nog enige tijd vragen voordat deze zich vertalen in een structureel toegenomen oplevering van nieuwe woningen.
Brandevoort
Specifiek aandacht met betrekking tot de woningbouwproductie wordt gegeven aan het uitleggebied Brandevoort. Doelstelling is, rekening houdend met sloopaantallen elders in de gemeente, om in Brandevoort minimaal 200 woningen per jaar te realiseren. Dit aantal is echter sinds de woningmarktcrisis niet meer gehaald.
Er wordt echter momenteel veel energie gestoken in het vlottrekken van de diverse bouwprojecten in Brandevoort. Daarnaast gaat de hierboven aangehaalde oplevende woningmarkt ook niet aan Brandevoort voorbij. In 2015 zijn voor het eerst sinds lange tijd weer 200 woningen in aanbouw genomen. De inspanningen zijn er op gericht om dit een structureel karakter te laten krijgen.
Dit alles vraagt om een strategische oriëntatie op de verdere ontwikkelingsmogelijkheden voor deze woningbouwversnelling in Brandevoort. Met diverse acties en nieuwe initiatieven (op het gebied van bijv. collectief particulier opdrachtgeverschap (CPO) en duurzame woningbouw) wordt momenteel geprobeerd dit praktisch te vertalen. Mogelijk zal dit leiden tot de aanpassing van enkele gemeentelijke kaders, hetgeen aan uw raad zal worden voorgelegd.
Ter uitwerking van het rapport Duurzaam Betaalbaar Wonen zullen 2 pilot projecten uit de gepresenteerde concepten nader worden onderzocht en zo mogelijke gerealiseerd. In 2016 zal worden gestart met een tweetal voorbeeld woningbouwprojecten. Dit gebeurt via de lijn van integraal ontwerpen waarbij marktpartijen en stakeholders nauw bij het proces worden betrokken.
Medio 2015 heeft de 3-daagse conferentie “alle lichten op groen” plaats gevonden. De gemeente heeft de ambitie uitgesproken om in 2035 klimaatneutraal te zijn. Daartoe zullen ook in de bestaande woningvoorraad aanpassingen moeten worden gepleegd. Met de woningcorporaties worden hierover nadere afspraken gemaakt die moeten leiden tot een aantal voorbeeldprojecten. Hierbij is de energieneutraliteit en de zogenaamde Nul op de Meter (NOM) van de woning uitgangspunt. Op 9 juli 2015 is door de gemeente Helmond de deal vanuit de Brabantse Stroomversnelling ondertekend. Stroomversnelling Brabant is een initiatief van de provincie Noord-Brabant, de vijf grote gemeenten (B5), bouwers, adviseurs, kennisinstituten en opdrachtgevers. Gezamenlijk gaan deze partijen er voor zorgen dat dat in 2050 de Brabantse woningvoorraad energieneutraal is. Dat betekend dat in de komende 35 jaar maar liefst 800.000 woningen Nul Op de Meter (NOP) worden gemaakt.Ook de ontwikkeling rondom woonlasten en Energieprestatievergoeding (EVP) spelen hierbij een voorname rol. Het wetsvoorstel over deze EVP is er op gericht de verhuurder en de huurder de mogelijkheid te bieden om in het kader van het energiezuinig maken van de woonruimte een energieprestatievergoeding overeen te komen. De energieprestatievergoeding is een vaste vergoeding per vierkante meter van de woning voor een gegarandeerd lage warmtevraag en een gegarandeerde minimale productie van duurzaam opgewekte energie.
Duurzaamheid en de beheersbaarheid van woonlasten worden steeds meer belangrijke thema’s.
In het afgelopen jaar 2015 heeft dit onder meer vorm gekregen door het uitbreiden van het budget voor de duurzaamheidslening waardoor aan de groeiende vraag om het energetisch verbeteren van de bestaande particuliere woningmarkt kan worden voldaan. In 2016 wordt deze duurzaamheidslening voortgezet, waarvoor nog ca. € 400.000 beschikbaar is.
Voor het afgelopen begrotingsjaar 2015 is besloten de Starterslening te beperken tot nieuwbouwwoningen (en daarbij het maximaal te lenen bedrag te beperken tot € 25.000) vanwege het feit dat het budget door het terug treden van rijk en provincie inmiddels beperkt is. Voor het nieuwe begrotingsjaar 2016 is geen nieuw budget voorzien, en zullen dus slechts startersleningen kunnen worden verstrekt voor zover na afloop van 2015 nog een restant gemeentelijk budget beschikbaar is.
Vergunningen
Binnen de gemeente Helmond is de afgelopen jaren gewerkt aan het verkrijgen van een beter evenwicht tussen de legesraming in de begroting en de daadwerkelijke legesopbrengsten vanuit de wabo-aanvragen en de daarmee gepaard gaande kosten van de behandeling van de aanvragen. Het realiseren van de legesopbrengsten is sterk afhankelijk van de grotere bouwaanvragen (woningbouw-projecten en bedrijfsgebouwen). Uiteraard is de conjunctuur hierop sterk van invloed. De legesraming is in de voorliggende begroting 2016 naar beneden bijgesteld met 1 miljoen om een meer realistische situatie te creëren, dit gezien de werkelijke legesopbrengsten van de afgelopen jaren.
Met ingang van 2017 zal naar verwachting de zogenaamde private toets gefaseerd gaan worden ingevoerd, te beginnen met de bouwplannen die vallen onder de risicoklasse 1 (kleine bouwwerken), met daarna de zwaardere risicoklassen, zodat uiteindelijk in 2019 alle bouwplannen onder de private toets vallen. Dit houdt in dat een deel van het toetsen (technische eisen uit het bouwbesluit) van een aanvraag omgevingsvergunning en het toezicht op realisatie van een bouwwerk door private partijen zal worden gedaan.