Lokale heffingen

    5.7.1   Uitgangspunten tarievenbeleid

    Het inflatiecorrectiepercentage voor belastingtarieven bedraagt voor 2016 bedraagt 1,75%. Daar waar een afwijkend percentage van toepassing is wordt dit vermeld in de onderstaande tekst. Daarnaast mogen de tarieven van rechten die vallen onder een wettelijke beperking (m.n. leges, rioolheffing en afvalstoffenheffing) maximaal kostendekkend zijn.

    5.7.2   Ontwikkeling woonlasten

    Een belangrijke uitgangspunt is een gelijkblijvende lastendruk tijdens deze bestuursperiode. Wij houden vast aan het uitgangspunt uit het coalitieakkoord: de gemeentelijke lastendruk (OZB, riool- en afvalstoffenheffing) voor de inwoners gaat in zijn totaliteit – exclusief de inflatiecorrectie – in deze bestuursperiode niet omhoog. Voor het jaar 2016 wordt het hiervoor genoemde percentage voor de inflatiecorrectie, zijnde 1,75% toegepast.

    De woonlasten kunnen worden bekeken vanuit het perspectief van de gebruiker van een woning (meestal de huurder), maar ook vanuit dat van de eigenaar van dat pand.

    Belastingen die tot woonlasten voor gebruikers leiden (in €)

    Jaar

    Rioolheffing

    Afvalstoffenheffing

    Totaal

    Verandering totaal t.o.v. voorgaand jaar

    2010

    226,32

    230,28

    456,60

    3,01%

    2011

    228,12

    232,08

    460,20

    0,79%

    2012

    231,96

    232,08

    464,04

    0,83%

    2013

    231,96

    232,08

    464,04

    0,00%

    2014

    237,12

    212,40

    449,52

    -3,13%

    2015

    222,12

    216,60

    438,72

    -2,40%

    2016

    225,96

    220,44

    446,40

    1,75%

    2017*

    225,96

    196,68

    422,64

    -5,32%

    2018*

    225,96

    196,68

    422,64

    -0,00%

    * In de doorkijk naar 2017 en 2018 zijn de cijfers exclusief toekomstige  inflatiecorrectie opgenomen.  Bij de afvalstoffenheffing is de daling van de lasten in verband met het aflopen van restafval-contracten vanaf 2017 ingecalculeerd.

    Als er sprake is van een woning waarvan de eigenaar ook gebruik maakt, betaalt deze ook Onroerend-zaakbelasting (OZB).

    De totale stijging voor het jaar 2016 bedraagt ten opzichte van het voorgaande jaar niet meer dan de inflatiecorrectie. Door afrondingsverschillen valt de totale stijging  zelfs iets lager uit. Zie onderstaande tabel.

    Tabel: Belastingen die tot woonlasten voor eigenaren/gebruikers leiden (in €).

    Jaar

    OZB*

    Rioolheffing

    Afvalstoffen-heffing

    Totaal

    Verandering totaal t.o.v. voorgaand jaar

    2010

    235,00

    226,32

    230,28

    691,60

    2,72%

    2011

    236,00

    228,12

    232,08

    696,20

    0,67%

    2012

    240,50

    231,96

    232,08

    704,54

    1,20%

    2013

    247,00

    231,96

    232,08

    711,04

    0,92%

    2014

    253,00

    237,12

    212,40

    702,52

    -1,20%

    2015

    291,50

    222,12

    216,60

    730,22

    3,94%

    2016

    296,00

    225,96

    220,44

    742,40

    1,67%

    2017**

    296,00

    225,96

    196,68

    718,64

    -3,20%

    2018**

    296,00

    225,96

    196,68

    718,64

    -0,00%

    *   Voor de bepaling van de OZB-lasten is uitgegaan van de gemiddelde waarde van een woning van    € 235.889 in 2009, dalend naar € 198.404 voor het belastingjaar 2016
    ** In de doorkijk naar 2016 en 2017 zijn de cijfers exclusief toekomstige  inflatiecorrectie opgenomen.     Bij de afvalstoffenheffing is de daling van de lasten in verband met het aflopen van restafval-contracten vanaf 2017 ingecalculeerd.

    Op basis van de huidige inzichten is het vooralsnog niet nodig om de verlaging van de afvalstoffenheffing in 2017 te compenseren met een verhoging van de OZB.

    5.7.3   Uitgangspunten tarieven 2016

    Onroerende zaakbelastingen

    Bij de tariefbepaling voor 2016 is uitgegaan van een totaalopbrengst, gebaseerd op de OZB-opbrengsten over 2015 vermeerderd met de gevolgen van areaaluitbreidingen en inflatiecorrectie. Daarnaast wordt de waardeontwikkeling van de onroerende zaken als gevolg van de jaarlijkse herwaardering gecompenseerd in de tarieven voor het jaar 2016, conform de afgesproken systematiek. Omdat voor de woningen sprake is van een waardedaling, zal dit leiden tot een hoger tarief. Bij de niet-woningen is sprake van gemiddeld nagenoeg gelijkblijvende waarden, waardoor de OZB-aanslag gemiddeld met ongeveer het inflatiecorrectiepercentage zal stijgen.

    Afvalstoffenheffing

    Voor de afvalstoffenheffing geldt naast het beginsel van 100% kostendekking, het principe “de vervuiler betaalt”, wat tot uiting komt in een tarief dat afhankelijk is van de grootte en het aantal van de afvalcontainer(s), waarvan men gebruik maakt.

    Ten opzicht van het belastingjaar 2015 wordt het tarief voor deze heffing met 1,75% verhoogd tot € 220,44 op jaarbasis per perceel.

    In het tarief is rekening gehouden met de omstreden afvalstoffenbelasting, die inmiddels is ingevoerd. Nieuw aan deze belasting is een heffing op het verbranden van afval. Door minder aanbod van afval en de doorgevoerde inflatiecorrectie worden de kosten van deze heffing binnen het nieuwe tarief gedekt.

    Rioolheffing

    De rioolheffing is een bestemmingsheffing, waarmee de kosten die noodzakelijk zijn voor niet alleen een doelmatig werkende riolering maar ook overige maatregelen ten aanzien van het beheer van hemelwater en grondwater kunnen worden verhaald. In het Gemeentelijk rioleringsplan (GRP) 2010-2015 is meerjarig tarievenbeleid vastgelegd. Dit GRP wordt dit jaar met 2 jaar verlengd, om qua looptijd aan te kunnen sluiten bij de omliggende Peelgemeenten.

    Helmond kent twee categorieën tarieven, namelijk een basistarief dat behoort bij een waterverbruik van minder dan 1.200 m³ en een aantal (degressieve) tarieven gebaseerd op een waterverbruik van meer dan 1.200 m³. Deze tarieven worden conform algemeen tarievenbeleid met 1,75% verhoogd.

    Hondenbelasting

    Voor het houden van een hond binnen de gemeente wordt hondenbelasting geheven. Deze algemene belasting wordt ingezet voor de bestrijding van de gevolgen van hondenoverlast. Alleen de perceptiekosten van de heffing van hondenbelasting worden hierop in mindering gebracht. In de gemeente worden per 1 januari 2015 ruim 8.200 honden gehouden. Controle op het hondenbezit is sinds 2010 uitbesteed aan de Stichting Stadswacht Helmond.

    Precariobelasting

    Deze belasting wordt geheven voor het hebben van voorwerpen op of boven gemeentegrond. Deze belasting geldt als algemeen dekkingsmiddel. Op grond van ervaringen van de laatste jaren is gebleken dat de precariobelasting tot wisselende opbrengsten kan leiden; de mate van gebruik van de openbare ruimte is moeilijk te voorspellen.

    Via regelmatige controles wordt het gebruik van gemeentegrond gevolgd, waarna bij constatering van belastbare feiten een aanslag precariobelasting volgt. Om te voorkomen dat ieder klein feit al tot een aanslag leidt is met ingang van 2015 een drempelbedrag van € 50,00 ingevoerd.

    Door deregulering zullen extra controles op gebruik van gemeentegrond noodzakelijk zijn.

    Voor precariobelasting wordt een breed scala aan tarieven gehanteerd, dat te uitgebreid is om in de tarieventabel aan het einde van deze paragraaf op te nemen.

    Marktgelden

    Uitgangspunt is, dat een kostendekkend tarief wordt gehanteerd. De gemiddelde tariefstijging ligt ongeveer in lijn met de algemene inflatiecorrectie van 1,75%.

    Wel is er een wijziging in de doorberekening van de promotiegelden geweest: het tarief voor de woensdagmarkt is komen te vervallen, omdat de inspanning hiervoor praktisch te beperkt was. Voor de zaterdagmarkt is dit tarief normaal geïndexeerd. Dit bedrag wordt door de gemeente geïncasseerd voor de marktreclamecommissie.

    Ondernemersfonds: Reclamebelasting en opslag OZB niet-woningen

    De tarieven Reclamebelasting worden jaarlijks aangepast bij het opstellen van de begroting voor het volgende jaar, waarbij wordt gekeken naar de kosten, verbonden aan het activiteitenprogramma van het centrummanagement resp. van de winkelboulevard Engelseweg, verhoogd met de perceptiekosten van de gemeente, die samenhangen met deze heffing. De tarieven voor het centrumgebied worden voor 2016 verhoogd met de inflatiecorrectie van 1,75%.

    Met ingang van 2013 is een gemeentebreed Ondernemersfonds ingesteld, waaruit allerlei activiteiten ter bevordering van het ondernemersklimaat in de stad kunnen worden gefinancierd. Dit is een initiatief van de gezamenlijke ondernemersverenigingen, te weten de Stg. Centrummanagement, de Stg. Bedrijventerreinen en de FOH (de federatie van buurt- en wijkwinkelcentra), die het gemeentebestuur hier nadrukkelijk om gevraagd hebben. Het gaat hier om een opslag op de al bestaande Onroerende-Zaakbelasting, die alle niet-woningen over de gehele stad aangaat.

    De extra OZB-inkomsten (ongeveer 8% van de totale OZB-inkomsten van niet-woningen) worden als subsidie verstrekt aan de Stichting Ondernemersfonds, die zorgt voor de verdeling van de gelden via zogenaamde trekkingsrechten over alle partijen.

    Leges

    Voor de Legesverordening moet het uitgangspunt van maximaal kostendekkende tarieven nauwlettend in de gaten worden gehouden. Overschrijding hiervan zou voor de gemeente tot onnodige risico’s leiden. Wel bestaat de mogelijkheid van kruissubsidiering, waarbij een onderdekking op het ene product uit de legesverordening mag worden gecompenseerd met een surplus aan inkomsten op een ander product. Dit naar aanleiding van een uitspraak van de Hoge Raad van 13 februari 2015 hierover.

    Van Rijkswege zijn de laatste jaren maximumtarieven voor een aantal producten ingevoerd, zoals reisdocumenten, rijbewijzen, e.d. Deze maximumtarieven worden door de gemeente Helmond gevolgd.

    De tarieven voor de omgevingsvergunning worden niet wezenlijk aangepast, al zullen er enkele praktische wijzigingen noodzakelijk zijn. Duidelijk is wel, dat de opbrengstenramingen van de voorgaande jaren niet haalbaar zijn, waardoor deze raming naar beneden is bijgesteld.

    Voor een verdere uitwerking wordt verwezen naar de legesverordening 2015 met bijbehorende tarieventabel.

    5.7.4   Overige belastingaangelegenheden

    Uitvoering kwijtscheldingsbeleid

    De gemeente is op grond van de Gemeentewet en Invorderingswet bevoegd kwijtschelding van gemeentelijke heffingen te verlenen. In Helmond zijn voor 2016 alleen de rioolheffing en afvalstoffenheffing in de kwijtschelding betrokken. Op landelijk niveau zijn er in de afgelopen periode ontwikkelingen geweest ten aanzien van uitbreiding van de beleidsvrijheid voor decentrale overheden voor wat betreft het verlenen van kwijtschelding.

    Zo kent de Gemeente Helmond al jaren het beleid om de kosten van bestaan te stellen op maximaal 100% van de bijstandsnorm (de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990 stelt de norm op 90% van de bijstandsnorm). Daarnaast is gebruik gemaakt van de mogelijkheid om kwijtschelding aan kleine ondernemers te verlenen voor wat betreft gemeentelijke privé-belastingen (raadsbesluit 10 januari 2012).

    De gemeente Helmond maakt maximaal gebruik van de geboden beleidsvrijheid.

    Ongewijzigd is de mogelijkheid voor kwijtscheldingsgerechtigden om middels geautomatiseerde bestandsvergelijking kwijtschelding toegewezen te krijgen. De gemeente maakt sinds 2011 van deze mogelijkheid gebruik, wat zowel voor de burger als voor de gemeente onnodige administratieve lasten voorkomt, dan wel zoveel mogelijk beperkt. De gemeente toetst hierbij ambtshalve via het Inlichtingenbureau of belastingschuldige nog in aanmerking komt voor kwijtschelding.

    Kostenonderbouwing leges

    Voor de bepaling van de mate van kostendekkendheid van de totale legesverordening wordt gekeken naar samenhangende stelsels van diensten, die vallen onder de werkingssfeer van de Europese Dienstenrichtlijn. Deze onderdelen zijn geclusterd in Titel 3 van deze verordening.

    Daarnaast is door een uitspraak van de Hoge Raad van 13 februari 2015 bepaald, dat kruissubsidiëring tussen de overige hoofdstukken en titels van de Legesverordening mogelijk is.

    Feitelijk geldt dus de eis van kostendekkendheid voor de legestarieven binnen de totale legesverordening en voor ieder hoofdstuk van Titel 3 per onderdeel afzonderlijk.

    Wel wordt de roep om transparantie in de vaststelling van de leges steeds groter. Hiervoor heeft de minister van BZK de gemeenten opgeroepen om inzicht te geven in de vaststelling van de tarieven van de diverse producten van de legesverordening. Door hierbij ook een heldere kostenonderbouwing, liefst als onderdeel van deze paragraaf op te nemen zou hier in de toekomst vorm aan kunnen worden gegeven.

    Rapport Commissie Rinnooy Kan

    In juni van dit jaar presenteerde de Commissie Rinnooy kan haar rapport: “Bepalen betekent betalen”, met een advies van de Commissie over de Financiële ruimte voor gemeenten.

    Hierin kwam naar voren, dat de gemeenten behoefte hebben aan een groter lokaal belastinggebied en daar gezien de toename van de taken en verantwoordelijkheden van de gemeenten ook recht op hebben. In het rapport worden ook concreet voorstellen gedaan hoe hieraan invulling gegeven kan worden, waarbij met name een ingezetenebelasting en de herinvoering van het gebruikersdeel OZB voor woningen eruit worden gelicht. Het zou daarbij gaan om een verschuiving van de lasten, niet om een belastingverhoging.

    De voorstellen zouden onderdeel uit moeten maken van de herziening van het belastingstelsel, maar door de politieke ontwikkelingen is dat vooralsnog op de lange baan geschoven.

    Ontwikkelingen WOZ

    Op het terrein van de Wet Waardering Onroerende Zaken (WOZ) zijn er een aantal ontwikkelingen. Zo zal met de invoering van de Landelijke Voorziening WOZ komend jaar de WOZ-waarde openbaar worden. Achterliggende gedachte hierbij is, dat de overheid transparant wil zijn naar de burger toe en dit gegeven dus vrij wil geven. Aansluitend hierop heeft de gemeente Helmond vorig jaar al voor de eerste maal aan een aantal wijken toegang te gegeven tot de WOZ-gegevens via een voormelding met een prognose van de nieuwe WOZ-waarde. De ervaringen waren positief, waardoor ook dit jaar hier een vervolg wordt gegeven.

    Verder wordt eraan gewerkt om met ingang van 2015 de aanslagbiljetten / WOZ-beschikkingen digitaal te ontsluiten via Mijn Overheid. Hierdoor zal een veel groter deel van de burgers op digitale weg zijn aanslagbiljetten ontvangen in een beveiligde omgeving, waar deze ook opvraagbaar blijven. Op het moment dat er een nieuw aanslagbiljet wordt aangeboden zal de burger hiervan per e-mail in kennis worden gesteld.

    Bij de versturing van de aanslagen Gemeentelijke Heffingen 2016 zal hier naar verwachting rond de 10 % van de burgers mee te maken krijgen.

    Doordat met ingang van 1 oktober 2015 de WOZ-waarde in het kader van het nieuwe Woningwaarderingsstelsel mede bepalend gaat worden voor de vaststelling van de hoogte van de maximale huurprijzen krijgen ook huurders van woningen voortaan een belang bij de WOZ-waarde. Daarom zullen ook gebruikers van woningen met ingang van 2016 op hun aanslag Gemeentelijke Heffingen voortaan een beschikkingsregel met daarop de nieuwe WOZ-waarde aantreffen.

    5.7.5   Overzicht tarieven

    In de onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van de belangrijkste en meest voorkomende tarieven, waarmee burgers en bedrijven geconfronteerd worden.

    2014

    2015

    2016

    Onroerende Zaakbelastingen

    - tarief eigenaren woningen

    0,1221%

    0,1458%

    0,1492%

    - tarief eigenaren niet-woningen

    0,2101%

    0,2225%

    0,2208%

    - tarief gebruikers niet-woningen

    0,1681%

    0,1780%

    0,1766%

    Afvalstoffenheffing

    - basistarief 2 x 140 lt

    212,40

    216,60

    220,44

    - tarief 1 x 140 lt & 1 x 240 lt

    245,76

    250,68

    255,12

    - tarief 2 x 240 lt

    279,12

    284,76

    289,80

    - tarief extra bak van 140 lt

    46,68

    47,76

    48,60

    - tarief extra bak van 240 lt

    80,04

    81,84

    83,28

    Rioolheffing

    - basistarief per jaar

    237,12

    222,12

    225,96

    Hondenbelasting

    - tarief 1e hond

    57,36

    58,44

    59,40

    - tarief 2e hond en volgende

    114,72

    116,88

    118,80

    - kenneltarief

    286,80

    292,20

    297,00

    Marktgelden

    - Zaterdagmarkt (per m2 per kwartaal)

    9,00

    9,20

    9,40

    Reclamebelasting (basis)

    - Centrumgebied per jaar

    414,00

    422,40

    429,60

    - Engelseweg per jaar

    426,00

    426,00

    433,20

    Leges (meest voorkomende producten)

    - Paspoorten jonger dan 18 jaar *

    51,00

    51,20

    Volgt *

    - Paspoorten 18 jaar en ouder *

    66,90

    67,10

    Volgt *

    - ID-kaarten jonger dan 18 jaar *

    28,30

    28,40

    Volgt *

    - ID-kaarten 18 jaar en ouder *

    52,90

    53,00

    Volgt *

    - Rijbewijzen *

    38,48

    38,83

    Volgt *

    - Wabo / bouwactiviteiten (t/m € 500,000)**

    35 ‰

    35 ‰

    35 ‰

    - Wabo / bouwactiviteiten (> € 500,000)**

    26,5 ‰

    26,5 ‰

    26,5 ‰

    * De maximumtarieven voor de reisdocumenten en rijbewijzen worden nog door het Rijk vastgesteld.
    ** Tarief Wabo-leges met ingang van 2014 gestaffeld, met een hoog tarief tot en met € 500.000 bouwkosten,  en een lager tarief voor het gedeelte van de bouwkosten dat daarboven ligt.